VVEM pleit voor gedegen informatie over bliksembeveiliging

Woensdag 4 april 2018
Recent heeft Uneto-Vni in samenwerking met Event Safety Institute de brochure Bliksembeveiliging uitgebracht. De VVEM vindt het een goed initiatief dat er een publicatie is die advies en kennis deelt over bliksem en evenementen, maar betreurt het dat in deze publicatie met ongenuanceerde cijfers wordt geschermd en dat de branche waarom het gaat niet is geraadpleegd.


Door klimaatverandering krijgen we steeds vaker te maken met extreme weersomstandigheden. Het is voor ieder evenement goed om daar actief mee bezig te zijn en onder meer het belang van bliksembeveiliging helder in kaart te brengen voor publiek, meewerkers en overheden en daar zelf uiteraard ook naar te handelen. Het is dus goed is om bij de voorbereiding en uitvoering van een evenement een goede risicoanalyse te maken, maatregelen te treffen en maatregelen voor te bereiden als onweer plotseling mocht voorkomen. De leden van de VVEM zijn op dit vlak zeer actief en als ook andere partijen hier de aandacht op willen vestigen, is dat positief. De VVEM meent echter ook dat de branche niet gebaat is bij onvolkomenheden en onmogelijkheden.

In de folder staat dat extreem weer en onweer ‘gemiddeld per jaar 1-2 doden en 8-10 directe gewonden’ oplevert. De VVEM vindt dat door deze uitspraken te doen onnodig angst wordt gezaaid. De cijfers zijn namelijk, zeker als het over Nederland gaat, onjuist. Deze cijfers gaan op als je heel Europa als uitgangspunt neemt. Zelfs dan nog ligt het zwaartepunt door enkele noodlottige gebeurtenissen de afgelopen jaren vooral in Duitsland en is het dus zeker geen beeld dat op de meeste landen toegepast kan worden. Het hard stellen dat er jaarlijks 1 tot 2 doden op evenementen vallen door blikseminslag, is onverantwoord en ongenuanceerd.

‘De organisatie van het evenement draagt (…) een primaire verantwoordelijkheid en bij nalatigheid ook aansprakelijkheid’ en ‘calamiteitenplannen voor evenementen (…) gaan niet specifiek in op het risico van bliksemslag bij onweer’, zo meldt de folder. Ook dit is ongenuanceerd. Juist bij bliksem kan je niet zeggen dat de organisatie bij nalatigheid meteen aansprakelijk is. Men heeft het als voorbereidingsbron over de Handreiking Evenementenveiligheid. Deze is echter voornamelijk bedoeld voor de procedures van de overheid. De calamiteitplannen worden juist door de private organisatoren gemaakt en gaan bij bijvoorbeeld festivals juist wel heel specifiek in op het risico van blikseminslag bij onweer.

Het gebrek aan overleg met de evenementenbranche is in deze jammer. Zowel de organisatoren als bijvoorbeeld de tentenverhuurbedrijven die bij evenementen betrokken zijn, hebben al vele jaren ervaring in het nemen van maatregelen bij noodweer zoals bliksem. Zij kunnen goed adviseren over wat wel of niet werkt in het geval van een (potentiële) calamiteit. Juist door het ontbreken van deze input, beschrijft de folder tips en aanbevelingen die in de evenementenpraktijk niet te realiseren zijn, zoals het aarden van de hekwerken rondom een terrein of de afstand die in tenten van de mast gehouden moet worden (30 meter). Tevens doet het schrijven voorkomen dat beheersmaatregelen verplicht zijn. Dat is incorrect. De vergunningverlenende gemeente bepaalt de beheersmaatregelen in hun indieningsvereisten, en die kunnen per gemeente verschillen. Een goede organisator denkt ook actief na over de risico’s en veiligheid en werkt met deze maatregelen als basis zijn plan uit.

Een veilig evenement moet voor iedere evenementenmaker een uitgangspunt zijn. Nadenken over veiligheid hoort daarbij. De VVEM juicht initiatieven die daartoe bijdragen toe. Deze specifieke publicatie verdient echter nuance. Partijen die goede en toepasbare informatie op het gebied van bliksembeveiliging willen, kunnen contact opnemen met de VVEM.

www.vvem.nl