Destijds de allergrootsten: de treinen 31 en 32 van het NOB

Lees het artikel in PDF

Het evenementenseizoen is in volle gang, of het nou om muziekfestivals, Koningsdag of The Passion gaat. Dat vraagt natuurlijk om state-of-the-art registratie voor televisie. Tegenwoordig geen enkel probleem. Je kan, bij wijze van spreken, zoveel camera’s inzetten als je wilt. De moderne Outside Broadcast Van (of OBV) kent wat dat betreft weinig grenzen meer. Hoe anders was dat nog niet eens zo heel lang geleden? Een nadere blik op de treinen 31 en 32 van het NOB (Nederlands Omroepproduktie Bedrijf). Bij hun ingebruikname in 1989 de grootste registratiewagens ooit in Nederland ontworpen en gebouwd. 

Bij de bouw van OBV’s denk je toch al gauw aan gespecialiseerde carrosserie- en opbouwbedrijven buiten de AV-wereld? Natuurlijk zijn er partijen die het voor elkaar krijgen om hun eigen wagen op te bouwen, precies zoals gewenst. Maar zeker van een grote speler als het Nederlands Omroepproduktie Bedrijf verwachtte je niet dat zij ook in eigen beheer wagens hebben gebouwd. Toch was dat bijvoorbeeld eind jaren ’80 het geval met de bouw van treinen 31 en 32.  Er bleek halverwege de jaren ’80 behoefte aan vernieuwing van het wagenpark en het verlangen om te komen tot wagens die geschikt waren voor het registreren van grote evenementen en sport. De opdracht vanuit de directie van het NOB was dan ook om twee 6-camera regiewagens en de bijbehorende techniekwagens te ontwerpen, te bouwen en in te richten volgens de toen geldende eisen en de nieuwste stand van de techniek. Binnen het NOB bestond zowel de Dienst Omroeptechniek (DOT) en de installatieafdeling (NOBIT) en zij waren in staat om de wagens in eigen huis op te bouwen en in te richten. 

Techniek eind jaren ’80
De regiewagens onderscheidden zich uiterlijk van de techniekwagens door een gedeeltelijk uitschuifbare zijwand aan de rechterzijde. Deze kwam geheel ten goede van de beeldregie. Er was destijds nogal veel ruimte nodig voor de monitorwand, bestaande uit 24 monitoren in diverse afmetingen, die waren voorzien van beeldbuizen die naar achter uitstaken. De extra ruimte die gecreëerd kon worden door de schuifwand was dus zeer gewenst. 

De beeldregie kon beschikken over een Grass Valley 200 beeldmengtafel. Ook de audio werd geregeld vanuit de regiewagen en had hiervoor een eigen plek. Deze ruimte was voorzien van een Neve 48-kanaals mengtafel, twee stereo audiorecorders, effect- en andere randapparatuur en een door de afdeling Dienst Omroeptechniek in eigen beheer ontwikkeld audio-afluistersysteem. Voor specifieke opdrachten kon eventueel nog een 24-sporen multitrackrecorder worden bijgeplaatst. Er werd in deze wagens volop gebruik gemaakt van patchpanels, om zodoende zeer flexibel te kunnen werken. Volle bak dus op een relatief kleine oppervlakte als je het vergelijkt met de huidige generatie OBV’s, zeker gezien de omvang van de apparatuur. 


De techniekwagens werden voorzien van een grote communicatiecentrale die niet alleen werd gebruikt voor de interne communicatie in de regiewagen, maar ook met de mensen ‘op de vloer’. Ook de opnameapparatuur stond in deze wagens opgesteld. De beide wagens werden, eenmaal op locatie, aan elkaar gekoppeld door middel van twee coaxkabels. De codering en decodering van alle signalen werd via een in eigen huis ontwikkeld, geavanceerd systeem geregeld. 

Zowel de regie- als de techniekwagen hadden flinke klimaatbeheersing-units aan boord. Niet alleen voor de apparatuur, maar ook zeker voor de mensen aan boord. De zwart met zilvergrijs uitgevoerde huisstijl van het NOB mag door velen als een van de mooiste en meest herkenbare kleurenschema’s worden benoemd, het zwart bleek in de praktijk een ware warmtemagneet te zijn, zeker als de zon er vol op scheen. 



Laatste treinen
De vier wagens werden uiteindelijk eind 1989 in dienst genomen en hebben tot in de verste uithoeken van Europa hun diensten bewezen. Goed beschouwd waren dit de laatste echte treinen die hebben rondgereden. Hierna werd de techniek steeds compacter en waren techniekwagens niet meer nodig. Dat kon allemaal in een regiewagen plus een materiaalwagen. Uiteindelijk zijn regiewagen 42 en 43 nog deels overgespoten in de kleuren van het in 2002 opgerichte Dutchview, na ontmanteling van het NOB werd dit het bedrijf dat een deel van de studio’s en het wagenpark zou gaan beheren. Maar tot het einde toe reden ze nog trots rond met het NOB-logo op de cabine. Uiteindelijk zijn de wagens verkocht, maar het is niet duidelijk waar ze uiteindelijk terecht zijn gekomen. 

Trein 31 en 32 of toch 41 en 42? 
Als je goed op de foto’s kijkt, zie je verschillende wagennummers en benamingen in de loop der tijd. De benaming trein 31 en 32 had met de doortelling van de reportagewagens te maken: 28-29-30 waren 2-camerawagens. Hierna volgde de hier beschreven reportagewagen 31 en 32. Dat waren 4 (plus maximaal 2 extra)-camerawagens. Daarna werd er een 6-camerawagen gebouwd en besloot het NOB-management om de reportagewagens te benoemen naar het aantal camera's dat er standaard in zat (uitbreiding was mogelijk met enkele camera’s). Trein 31 en 32 werden hierdoor 41 en 42. Ook de naamgeving van de wagens veranderde in de loop der tijd. Van televisiereportagewagen naar regiewagen. De zwarte uitstekende balkjes op de zijkanten raakten in de loop der tijd steeds leger qua tekst en nummers.

Lees verder: Audiovormgever Dion Posdijk: Kunstenaar in audiocreatie

Facebook

Aanbevolen

Gratis AV & Entertainment ontvangen

Vul hier uw emailadres in en u wordt op de hoogte gehouden van de laatste nieuwtjes op AV gebied én ontvangt tevens de gratis digitale editie van AV & Entertainment