Inhoud
- Integrated Systems Europe - Record-editie
- Nieuwe strategieën en structuren nodig - Content Everywhere
- New Media Centre TU Delft - Hoezo postproductie?
- Yamaha Nuage in Merayah Studio - "Werken als een muzikant"
- Roland M-5000 OHRCA workshop bij AEM - Mengtafel met mogelijkheden
- Billy Elliot - Ultieme versie
- Project van de grote aantallen - Nationaal Militair Museum
- Prolight + Sound 2015
- Adamson in poptempel: 'Geluid dat past bij Paradiso'
- Tafeldiscussie technisch producenten: "Allemaal hetzelfde steekje los"
- Faber Audiovisuals - 'Nu ook Amerikaanse markt veroveren'
- Cross Media Café - Innovatieve media oplossingen verrijken Live Events
- Indrukwekkend: Clouseau Centraal
- Film & TV Nieuws
- Column Ferry van Beek
- ISE: Record-editie
- Content everywhere
- New Media Centre TU Delft: Hoezo postproductie?
- Broadcast & Audio Techniek Nieuws
- Yamaha Nuage in Merayah Studio
- Roland M-5000 OHRCA workshop bij AEM
- Theater & Podia Nieuws
- Billy Elliot: Ultieme versie
- NMM: project van de grote aantallen
- Prolight + Sound 2015
- Adamson in poptempel: ‘Geluid dat past bij Paradiso’
- Show & Events Nieuws
- forum: ‘Allemaal hetzelfde steekje los’
- Faber AV: ‘Nu ook Amerikaanse markt veroveren’
- Cross Media Café: Live events verrijken
- Indrukwekkend: Clouseau Centraal
Nederland heeft op het gebied van technische productie een reputatie waar menig land jaloers op is. 'We' maken mooie dingen en efficiënter dan in Nederland gebeurt het nergens, zo durven we wel te stellen. Lastig puntje bij de technisch producenten: ze zijn doorgaans zó druk, dat je ze moeilijk te pakken krijgt als het om iets anders gaat dan een daadwerkelijke productie. Des te verheugder waren we met de aanwezigheid van zo'n beetje elke gerenommeerde partij bij onze tafeldiscussie in Het Oude Politiebureau in Ede. Joost Franken
Het is niet niks wat aan tafel is aangeschoven om te praten over technische productie. Met zo'n goed bezette tafel is er dan ook genoeg om het over te hebben. Hoe staan we er bijvoorbeeld voor met zijn allen? Zijn er nog altijd 'mindere goden' die een graantje willen meepikken, maar het met de professionaliteit minder nauw nemen? Wat maakt het vak nog altijd de moeite waard? Is Nederland wel groot genoeg voor zó veel technische productiebureaus? Zo maar wat vragen die tijdens de discussie de revue passeren.
Op de vraag hoe we er met zijn allen voor staan, reageert Mick Froeling als eerste: "Ik ben de wat oudere in het geheel en toen wij begonnen, waren er nog geen technische productiebureaus. John Mulder stond zo'n 25 jaar geleden mede aan de wieg van ons bedrijf. Hij vond dat er een onafhankelijk productiebureau moest komen om de leemte die er was op te vullen. Dat hebben we sindsdien gedaan en dat ging altijd met golfbewegingen gepaard. Nu zitten we in een periode waarin overal technische productiebureaus opstaan. De enige manier om je te onderscheiden is door een goed product af te leveren en het vertrouwen van je klanten te krijgen en dat vervolgens niet te beschamen. Als je dat blijft doen, dan bellen ze je altijd weer. Je bent altijd zo goed als je laatste event." Een frustratie heeft Froeling overigens ook: "De crisis noopt ons met z'n allen tot nog meer uren, met een kleiner wordend budget. Dat wringt nog wel eens."
Ook Niels van Vijfeijken noemt enkele frustraties: "Wanbetalers en de dingen waar je bij lokale overheden nogal eens tegenaan loopt: de verscheidenheid in regelgeving. In sommige steden proberen ze de regels wel op één lijn te krijgen, maar het is overal weer anders. De brandweer in dorp X is compleet anders dan die in dorp Y. Ze hebben wel het mandaat, terwijl ze helemaal de kennis niet in huis hebben. Dat kost veel tijd en is inderdaad wel eens frustrerend." Guido van den Berk merkt het ook met enige regelmaat: "In een stad als Amsterdam kunnen de regels zelfs per stadsdeel behoorlijk verschillen", benadrukt hij. Mick Froeling merkt op dat er geen enkel land ter wereld is waar de regels overal hetzelfde zijn. In Berlijn zijn de regels anders dan in München, in Seoul verschillen ze van andere Koreaanse steden." Van Vijfeijken beaamt het: "Maar als je ziet hoe hoog het niveau in Nederland is en hoe goed we het hier voor elkaar hebben, dan zou het toch geregeld moeten kunnen worden?"
De eerste gesprekken rond de oprichting van de Vereniging van Evenementenmakers (VVEM) gingen al over deze materie, weet Tammo van Brakel: "En toch is het nog altijd een probleem. Je hebt wel een landelijke wetgeving, maar die kun je nog altijd op je eigen manier toepassen. Daarom bestaat nog altijd die verscheidenheid." Martin Cramer: "Punt is dat je altijd héél veel moet uitleggen. Wij kunnen voor onszelf heel goed bedenken waar we de lat leggen, maar je moet elke keer weer heel duidelijk uitleggen waarom je dingen op een bepaalde manier doet. Het is een kwestie van gezond verstand gebruiken, de juiste mensen om je heen verzamelen en de juiste afspraken maken met elkaar. Daar komt het feitelijk op neer." Mick Froeling vult aan: "Voordeel is dat je op heel veel plekken in Nederland de ambtenaren inmiddels wel kent. Je bouwt vertrouwen op en weet waar zij veel waarde aan hechten. Dan ga je niet het wiel opnieuw uitvinden, maar maak je een tekening zoals zij het willen en voer je het uiteindelijk ook uit zoals zij het willen. Als je bij die mensen het vertrouwen niet beschaamt, dan gaat alles een heel stuk makkelijker. Vertrouwen is een heel belangrijk begrip. Uiteindelijk heb je namelijk wel allemaal het zelfde doel: een mooi evenement dat goed en veilig verloopt." "Ik denk niet dat het een frustratie is die we alleen in deze tijd hebben", geeft Olivier Monod de Froideville aan. "Dit is er altijd al geweest, maar tegelijkertijd is het ook des te meer een bevestiging voor onze opdrachtgevers dat het van belang is om met een technisch producent in zee te gaan. Wij dealen er namelijk elke dag mee, dus je kan het ook zien als een commerciële kans. Dit is juist de toegevoegde waarde van ons als bedrijf, waarin we onze klanten kunnen ontzorgen."
Wat alle heren aan tafel ook regelmatig merken, is dat er met twee maten gemeten wordt wanneer het op controles aankomt. "Wij doen ons huiswerk goed, maar er zijn ook partijen die dat niet doen en die op die manier problemen veroorzaken waar wij met zijn allen ook last van hebben. Wij liggen daardoor onder een vergrootglas en dan wordt het nog weer tien keer moeilijker om het allemaal goed te doen volgens alle gestelde eisen", merkt Martin Cramer op. Guido van den Berk: "Er wordt te vaak met twee maten gemeten. Hoe beter je wordt als producent, hoe scherper en strenger je wordt gecontroleerd. En dan kom je vervolgens op een evenementje in dezelfde stad, waar een organisatie het allemaal zelf regelt, en dan liggen daar wel gewoon de kabels open en bloot." Pieter Lubberts zegt zich er niet aan te storen: "Wij leggen onszelf grenzen op die we belangrijk vinden. Het is wel storend op het moment dat het ergens misgaat, dan treft het ons namelijk allemaal." Mick Froeling heeft het afgelopen jaar nog aan den lijve ondervonden: "Wij deden vorig jaar voor de tiende keer Monster Jam in het Gelredome, waarbij we aan de aller strengste regels moeten voldoen. In datzelfde weekend veroorzaakte een paar dorpen verderop een stuntrijder met een zelfgemaakte monstertruck op een dorpsplein een ravage, waarbij een aantal mensen omkwam. Het heeft niks met Monster Jam te maken, maar toch werkt het op elkaar door."
Tammo van Brakel knikt bevestigend: "Als ergens ook maar iets misgaat, dan zijn we met zijn allen de dupe en is het direct kostenverhogend. Neem de vuurwerkramp in Enschede. Dat had niets met evenementen te maken ? het was gewoon een ongeluk in een opslagruimte ? maar uiteindelijk hebben we er in de branche tien jaar lang last van gehad." Niels van Vijfeijken reageert: "Ambtenaren willen natuurlijk ook geen risico nemen. Ons project WiSH vindt plaats in een kleine gemeente. Het is een hele happening als 50.000 mensen komen naar een gemeente waar slechts 22.000 mensen wonen. We moeten aan veel zaken denken en maken regelmatig gebruik van specialisten om samen het plan goed en veilig te krijgen. Misschien zou elke veiligheidsregio een evenementenspecialist moet hebben. Het groeit nu uit zichzelf soms al een beetje die kant op, maar ik denk dat het zo georganiseerd zou moeten worden." Martin Cramer benadrukt dat het niet alleen de ambtenaren zijn die geen risico willen lopen: "Wij willen uiteraard ook dat de bezoekers en medewerkers geen risico lopen. Daarom brengen wij de risico's van te voren duidelijk in kaart en bepalen aan de hand daarvan de maatregelen om deze risico's weg te nemen. Dat is maatwerk en vergt expertise. Op een meerdaags festival zoals Lowlands met 55.000 bezoekers in de polder is anders dan een dagfestival met 5.000 bezoekers in een stadspark. In basis gaat het er om dat je goed blijft nadenken over hetgene wat je aan het doen bent, eventuele risico's weg te nemen en je maatregelen op orde te hebben voor als er toch nog iets mis gaat."
Op de vraag of Nederland groot genoeg is voor het aantal technische productiebureaus dat het herbergt, reageert Mick Froeling: "Nederland is groot én klein genoeg. Als je hier bent, dan kun je in een straal van honderd kilometer alles vinden wat je nodig hebt. Natuurlijk, we vissen met zijn allen in dezelfde vijver, maar dat heeft dus zowel voor- als nadelen. Je moet elkaar ook wat gunnen. Ik zeg altijd dat mijn buren niet over mijn heg moeten komen om mijn aardappels te pakken, dan zijn het namelijk geen vrienden meer. Maar als we naast elkaar wonen en we gunnen elkaar wat, dan zijn we vrienden. Maar kom niet over die heg en blijf van mijn aardappels af, want dan word ik bloedfanatiek." Ook Bart Roelen is van mening dat Nederland groot genoeg is: "Van de mensen hier aan tafel kom ik zelden iemand tegen in een pitch. Voor ons als Unlimited is het land dus groot genoeg, maar we gaan ook heel veel naar het buitenland, waar we een groot deel van onze omzet vandaan halen." Olivier Monod de Froideville ziet daar een tendens in: "Partijen die zich eerst alleen op Nederland richtten, die kijken nu ook meer naar andere landen. We zijn een klein landje, met extreem veel evenementen en hebben daardoor heel veel kennis die in andere landen veel minder voor handen is. Zelf zijn we onlangs een agentschap in België begonnen, maar we zijn ook steeds meer contacten aan het leggen met partijen in het 'nieuwe Europa', waar alles nog groeit en nog grote openingen en dergelijke worden gegeven. Ook qua creativiteit heeft Nederland heel veel te bieden. Ik denk dat er geen opening van de Olympische Spelen te vinden is waar geen Nederlandse partij bij betrokken is. Wat dat betreft mogen we apetrots zijn op zo'n klein landje. Onze kennis moet gewoon ook lekker de grens over."
Mick Froeling doet het al jaren, geeft hij aan: "Maar je kunt het in nieuwe economieën maar een jaar of tien 'full pull' doen. Ik werk overal ter wereld met lokale mensen. In Rusland heb ik tien jaar lang goed de kost verdiend, maar na zoveel jaar kunnen ze meer zelf. In China was het al net zo. In het begin leer je ze heel veel, maar op een gegeven moment hebben ze zoveel opgestoken dat ze het meeste zelf kunnen." Volgens Tammo van Brakel is dat één van de dingen die je jezelf terdege moet realiseren als je naar het buitenland gaat: "Het is een aapje leren klimmen en als ze het kunstje kunnen, dan gaan ze het natuurlijk zelf doen." Wat wel belangrijk is, is dat je de lokale mensen altijd in hun waarde laat en met ze samenwerkt, weet Mick Froeling: "Dat is ook het mooie in ons vak. Waar ter wereld je ook komt, overal kom je in de evenementenwereld hetzelfde slag mensen tegen. Misschien versta ik ze niet, maar ze doen wel hetzelfde als ik. We zijn allemaal van het circus. Ook dat aspect moeten we niet onderschatten: het feit dat ons werk gewoon heel leuk is." Olivier Monod de Froideville kan het alleen maar beamen: "Ik denk dat we allemaal hetzelfde steekje los hebben zitten."
Monod de Froideville merkt op dat hij ziet dat deadlines steeds scherper gezet worden en de productietijd bij evenementen dus steeds korter wordt: "Het is niet normaal hoeveel druk er staat op sommige producties en hoe last minute vaak nog beslissingen moeten worden genomen", zegt hij. Tammo van Brakel reageert: "En toch zijn we daar met zijn allen bij en doen we het allemaal wel. Op een gegeven moet je eigenlijk ook gewoon kunnen roepen dat iets niet kan. In het buitenland is de productietijd veel langer, maar waarom mogen wij daar dan ons trucje komen doen? Juist omdat wij het zo lekker snel en efficiënt kunnen. Maar als ze daar normaal gesproken een maand bouwen, dan komen wij en doen we het in twee weken, denk je dat de locals dat leuk vinden? Het is iets wat we zelf een beetje kunnen sturen. Op een gegeven moment moet je zeggen: 'met alle respect, maar dit gaan we niet doen'." "Maar dan komt er een ander en die zegt dat het wel kan", merkt Mick Froeling op. Niels van Vijfeijken vraagt zich af of dat komt doordat je in festivalland nu eenmaal met pieken en dalen te maken hebt: "In de winter neem je dan eerder dingen aan, omdat het rustig is. In de zomer kun je nu eenmaal makkelijker nee verkopen." Mick Froeling geeft aan dat dit altijd zo zal zijn: "Ik doet dit werk al veertig jaar en het gaat al veertig jaar op die manier. Dat verandert nooit." Olivier Monod de Froideville op zijn beurt: "Als bedrijf kun je daar wel een beetje in veranderen door op zoek te gaan naar diversiteit in je klussen. Wij zijn van begin af aan op zoek gegaan naar festivals en andere publieksevenementen, maar ook naar corporate events. Natuurlijk heb je altijd maanden die minder druk zijn, maar op deze manier wordt je bedrijf wel gezonder."
Als de heren aan tafel gevraagd wordt naar de toekomst binnen hun vakgebied, reageert Pieter Lubberts: "De markt blijft zich continu ontwikkelen. Op een bepaald moment gaan partijen van alles naast hun core business doen als de klant er naar vraagt. Vervolgens gaan ze weer terug naar de core business. Daarna willen ze op een bepaald moment eigen materiaal, dat vervolgens weer een keer wordt verkocht. Zo gaat het altijd en zo zal het altijd blijven gaan. Maar al met al draait het wel steeds meer om vertrouwen. We moeten de klanten ontzorgen, daar ligt onze toegevoegde waarde. Maar er zullen ook altijd partijen opduiken die het werk voor minder willen doen, ook daar ontkomen we niet aan." Naast vertrouwen zijn ook 'efficiency' en 'creativiteit' twee belangrijke kernwaarden, merkt Niels van Vijfeijken op: "En daar zijn we in Nederland heel goed in. Juist op het gebied van creativiteit kun je ook het onderscheid maken. Lampen, trussen en videoschermen kan iedereen kopen, maar het gaat erom wat je er mee doet." "Er is wat dat betreft ook steeds meer mogelijk", benadrukt Bart Roelen. "De middelen zijn steeds beter, nieuwe technieken blijven komen. Tekenprogramma's worden beter, materiaal flexibeler. Je kán ook steeds creatiever zijn."
Tot slot de onvermijdelijke vraag hoe leuk het eigenlijk nog is om je bezig te houden met technische productie. Mick Froeling: "Het is hartstikke leuk! Ik kom nog steeds over de hele wereld heel veel jonge mensen in het vak tegen, met geweldige nieuwe creatieve en constructieve ideeën. Zij hebben in eerste instantie niet de remming die ik vaak heb omdat ik voor dit soort ideeën al een oplossing heb ontwikkeld die al twintig jaar werkt, maar die me door input van deze jongelingen weer opnieuw aan het denken zet. Bovendien zijn er altijd nieuwe stromingen, bijvoorbeeld de dance-sector. Senior werkt zich in de materie in en gaat voorop mee met ontwikkelen en in de uitvoer!" Pieter Lubberts vult aan: "Als het in dit vak als een verplichting gaat voelen, dan moet je heel snel wat anders gaan doen, want dan zit je echt in de verkeerde branche." Olivier Monod de Froideville noemt ook de snelle ontwikkelingen als leuke factor: "Als technisch producent ben je verantwoordelijk voor de technische invulling, maar als je één keer met je ogen knippert, dan is er alweer iets nieuws. Het is fantastisch om daar steeds mee bezig te zijn." Volgens Lubberts zit de kick 'm nog wel het meest in het publiek dat staat te juichen. Guido van den Berk is het daar volkomen mee eens: "Het laatste halfuurtje even op het podium staan en over dat publiek heen kijken. Daar doe je het uiteindelijk allemaal voor."
DE DEELNEMERS vlnr.
? Guido van den Berk ? The Good Guyz
? Pieter Lubberts ? Backbone International
? Martin Cramer ? Mojo Concerts
? Olivier Monod de Froideville ? Livetime Productions
? Tammo van Brakel ? Sightline Productions
? Mick Froeling ? The Production Factory
? Gerard van der Velden ? Headquarter
? Niels van Vijfeijken ? Stagekings
? Bart Roelen ? Unlimited Productions & Silk
"Er wordt te vaak met twee maten gemeten. Hoe beter je wordt als producent, hoe scherper en strenger je wordt gecontroleerd."