Blog TRC Advocaten - Wie draagt het risico voor de uitbraak van de coronacrisis: de leverancier of de festivalorganisator?

Donderdag 12 mei 2022
De overheidsmaatregelen in het kader van de coronapandemie zijn inmiddels gelukkig helemaal verdwenen. Dat betekent dat, onder andere, grootschalige festivals weer georganiseerd kunnen worden. De coronapandemie heeft in deze branche de afgelopen jaren roet in het eten gegooid wat betreft het organiseren van festivals. In een uitspraak van de Rechtbank Amsterdam van eind 2021 tussen twee festivalorganisatoren enerzijds en een leverancier anderzijds komt aan de orde voor wiens rekening de uitbraak van de coronacrisis komt. 

Uitspraak Rechtbank Amsterdam 13 oktober 2021 ECLI:NL:RBAMS:2021:5817

Wat was er in die zaak aan de hand? CupKing is een verhuurder van herbruikbare bekers voor evenementen. Apenkooi en ID&T zijn organisatoren van evenementen (festivals). Partijen zijn in maart 2019 een overeenkomst aangegaan op basis waarvan Apenkooi en ID&T op exclusieve basis bekers zouden afnemen van CupKing. De overeenkomst liep van 15 maart 2019 tot en met 14 maart 2021 (2 jaren). Partijen zijn overeengekomen dat de overeenkomst niet tussentijds opzegbaar is. De overeengekomen prijs bedroeg € 0,06 per beker. In de overeenkomst waren indicaties opgenomen van het aantal door CupKing te leveren bekers.  Het betrof op jaarbasis ongeveer 1.572.059 bekers voor Apenkooi en ongeveer 690.000 bekers voor ID&T. Partijen hebben afgesproken dat zij na één jaar hun samenwerking zullen evalueren en de overeenkomst slechts in zeer extreme gevallen kan worden ontbonden. 

In 2019 hebben Apenkooi en ID&T meerdere evenementen georganiseerd waarvoor CupKing bekers heeft geleverd. Volgens Apenkooi en ID&T verliep de samenwerking niet goed. Door het uitbreken van de coronapandemie en de overheidsmaatregelen hebben Apenkooi en ID&T vanaf maart 2020 geen evenementen meer kunnen organiseren. In het jaar 2020 zijn geen bekers meer afgenomen. 

Tussen partijen is vervolgens discussie ontstaan over de vraag welke gevolgen de coronapandemie heeft voor hun overeenkomst. Door CupKing is aanspraak gemaakt op een bedrag van om en nabij de € 90.000,--, zijnde de prijs voor de bekers die naar verwachting in 2020 zouden worden afgenomen. Partijen zijn niet tot overeenstemming gekomen. 

CupKing is vervolgens een procedure gestart waarin zij primair heeft gevorderd dat de overeenkomst op grond van artikel 6:258 van het Burgerlijk Wetboek wordt verlengd zodat Apenkooi en ID&T alsnog de gelegenheid krijgen om hun verplichtingen met betrekking tot afname van de bekers, maar dan in de toekomst, na te komen. 

In artikel 6:258 van het Burgerlijk Wetboek wordt het leerstuk van onvoorziene omstandigheden geregeld. In de kern komt het erop neer dat de rechter de gevolgen van een overeenkomst kan wijzigen of de overeenkomst kan ontbinden indien sprake is van zeer bijzondere en onvoorziene omstandigheden. Het is de vraag of de coronapandemie een dergelijke omstandigheid is. 

De rechtbank oordeelt dat de coronacrisis, gelet op haar omvang en de gevolgen voor de economie en de maatschappij, een onvoorziene omstandigheid is. De rechtbank is van mening dat de coronapandemie geen ondernemersrisico is dat voor rekening en risico van CupKing moet komen. Partijen hebben niet kunnen voorzien dat een heel festivaljaar zou komen te vervallen vanwege het uitbreken van een pandemie, aldus de rechtbank. Indien de overeenkomst ongewijzigd in stand zou blijven, dan zou enkel CupKing de gevolgen van de coronacrisis dragen. Zij krijgt dan immers niet betaald voor de bekers die in 2020 zouden worden afgenomen. 

De rechtbank overweegt dat wijziging van de overeenkomst zoals door CupKing voorgesteld niet wenselijk is. Gelet op de toen geldende coronamaatregelen was het maar de vraag of partijen in de toekomst wel uitvoering zouden kunnen geven aan de overeenkomst. De rechtbank kiest ervoor om de overeenkomst te ontbinden. Dit wordt bereikt door het tweede contractjaar te laten vervallen en het nadeel daarvan over partijen te verdelen. De rechtbank haakt bij de berekening van het nadeel aan bij de indicatieve aantallen zoals genoemd in de overeenkomst (1.572.059 bekers voor Apenkooi en 690.000 bekers voor ID&T). Apenkooi en ID&T dienen aldus nog een bedrag aan CupKing te betalen. 

Het risico van het uitbreken van de coronapandemie wordt in deze uitspraak dus over beide partijen verdeeld. Dat lijkt me fair. De coronacrisis was voor partijen niet te voorzien en behoort ook niet tot het gebruikelijke ondernemersrisico. 

mw. mr. F.A.R. (Fleur) Verhaegh
Advocaat 


TRC Advocaten 
Bolwerk 18
5509 MH Veldhoven
(+31)(040) 294 4500
www.trc-advocaten.nl