Schijn bedriegt bij Jesus Christ Superstar
AV-Entertainment Nr1 2024
» Goof de Koning: 'Spelen met de verbeeldingskracht van de kijker'
» Optoma N-Series: de ideale oplossing voor de verhuur?
» Hamburg Open - broadcast & av technologie
» Bastiaan Hulsbos (MutliView.live): "Visualisaties helpen aan alle kanten"
» Column John Huijbregts: vergrijzing
» Wim Brons (Remotepodcast): podcastpionier
» Battlekart met Panasonic-projectoren: AV-project van het jaar op ISE
» Schijn bedriegt bij Jesus Christ Superstar
» Nautische sfeer Scheepvaartmuseum versterkt
» Robin Eijlders (Rolight) over Elation Professional: "Schot in de roos"
» Renkus-Heinz lanceert immersive Exprecience Center bij More Distribution
» Licht-upgrade voor Nederlandse Reisopera
» Patrick Veldman (Moonbears): 'Hard op weg naar mooi totaalpakket'
» Groen produceren: Toekomstbestendige podiumsector
» ISE 2024: alle records gebroken
» Hernieuwde kennismaking RentBuddy Rent: "We zijn eigenlijk veel te bescheiden"
» Column Willem Westermann: de kosten
» CUE2024 in beeld
Alle edities
Schijn bedriegt bij Jesus Christ Superstar
Schijn bedriegt bij: Jesus Christ Superstar Wie een snelle blik werpt op de set van rockmusical Jesus Christ Superstar (Albert Verlinde Theater / SenF / JK Theater) zal direct zien dat de productie in niks lijkt op de varianten die eerder zijn opgevoerd. ‘Less is more’ was het devies van regisseur Ivo van Hove en set- en lichtontwerper Jan Versweyveld, maar het ogenschijnlijk lege speelvlak blijkt – door uitstekende toepassing van licht en special effects – juist een uitermate krachtige factor in de productie. We spraken er uitgebreid over met technisch producer Jeroen Frijters. Foto’s: Jan Versweyveld Grote stellages, vergezichten, enorme decorstukken, grootse vormen….dat is waar menigeen aan zal denken als wordt teruggedacht aan eerdere uitvoeringen van de musical Jesus Christ Superstar. Bij de versie die Albert Verlinde Theater, SenF en JK Theater nu op de planken hebben gebracht, ontbreken de traditionele decorstukken simpelweg. Een rond zwart speelvlak is wat je ziet, met daaromheen zitplaatsen voor een deel van het publiek. Zo’n 170 mensen zitten tijdens de voorstellingen namelijk óp het toneel en maken daarmee effectief deel uit van het decor dat is bedacht door ontwerper Jan Versweyveld. Nieuwe manier Ook voor technisch producent Jeroen Frijters (met zijn bedrijf Events Light tevens verantwoordelijk voor het geluid, overige materialen en crew) was het even wennen, geeft hij aan. “Toen ik de eerste plannen zag, dacht ik eigenlijk dat er later nog van alles bij zou komen. Dat bleek dus niet het geval”, lacht hij. Op het moment dat de repetities beginnen zitten Van Hove en Versweyveld er met volledige focus op en ontstaan veel dingen ter plekke op een heel organische manier. Al is het plaatje zoals het er bij de eerste presentatie uit zag in grote lijnen wel gehandhaafd. Wat er verder bij is gekomen, is in een samenspel met de creatives gebeurd. Doordacht Het knappe aan de nieuwe variant van Jesus Christ Superstar is dat door slim (en vooral ook mooi) gebruik van het licht in combinatie met special effects en enkele attributen alsnog heel sterke en grootse toneelbeelden worden neergezet. “Daarbij was het misschien wel een voordeel dat Jan Versweyveld zowel de set als het lichtplan heeft bedacht”, geeft Frijters aan. “Je ziet gewoon aan alles dat het telkens een heel doordacht plaatje is, waarbij het allemaal nog net wat meer de diepte ingaat dan meestal het geval is bij musicals. Overal zit een achterliggende gedachte achter. En misschien komt dat bij het publiek niet eens zozeer de hele tijd binnen, maar als je zo’n proces meemaakt met mannen als Van Hove en Versweyveld, dan merk je dat heel sterk.” Super Seats Dat het in ieder geval goed werkt, blijkt wel uit de lyrische recensies die verschenen zijn over de productie. Met weinig fysieke middelen worden verbluffend sterke beelden gecreëerd. Onderdeel van die beelden zijn ook de zogenaamde Super Seats: zo’n 170 zitplekken die rondom het speelvlak op het podium zijn gecreëerd. “Die plekken heeft Jan echt ontworpen als onderdeel van het decor”, legt Jeroen Frijters uit. “Voor hem en Ivo is dat geen publiek op het toneel, maar echt een onderdeel van hun concept. Een wezenlijk deel van het decor. Kijk, de voorstelling ontstaat uit een vrije samenkomst van mensen op het toneel. Zoals in de jaren zeventig gebeurde bij de raves die er toen waren. Mensen komen bij elkaar, brengen spullen mee en er ontstaat iets waar andere mensen naar gaan kijken. Dat is van begin af aan het uitgangspunt geweest en dat pakt in de praktijk heel mooi uit.” Vloer De acteurs in de voorstelling bevinden zich zo nu en dan zelfs tussen de Super Seats, maar het merendeel van het verhaal speelt zich af op het ronde zwarte rooster dat het speelvlak vormt. Dat rooster oogt simpel, maar schijn blijkt ook hier te bedriegen. De vloer herbergt licht en special effects en is zelfs in staat om aan het eind van de voorstelling water op te vangen. “Daar is in het voortraject heel stevig over nagedacht”, geeft Frijters aan. “De vloer moest van alles kunnen. Op een gegeven moment pleegt Judas in het verhaal zelfmoord. Hij valt dan op de grond tijdens een nummer en als hij weer opstaat zit hij ineens onder het bloed. Ook dat effect moest er in verwerkt worden.” Met alle wensen in het achterhoofd heeft Frijters uiteindelijk de vloer bedacht zoals hij nu wordt gebruikt. “Ik werkte eerder samen met Gerard Fernandez van Unlimited FX en heb hem nu benaderd om samen met mij en Kloosterboer Decor na te denken over hoe we al die effecten in de vloer konden verwerken. De optimale verspreiding van de rook, het opvangen van het water, het bloed… De vloer lijkt heel eenvoudig, maar is uiteindelijk een serieus stukje engineering geworden. We zijn vanaf scratch begonnen. Ik heb eerst een testopstelling van twee vierkante meter gemaakt en van daaruit zijn we verder gaan denken. Zo zijn we steeds een stapje verder en groter gegaan. Ook in de montageperiode zijn nog aanpassingen gedaan, net zolang tot het helemaal naar wens was en we nu een eindresultaat hebben waar we heel blij mee zijn.” Reizen Een andere uitdaging zit ‘m in het feit dat de productie na de eerste weken in het DeLaMar gaat reizen door de rest van het land. Frijters: “Omdat het een open structuur is, met de tribunes op het podium, moeten we op elke locatie weer kijken hoe de situatie ter plekke is. We hebben trappen over de orkestbak (er wordt gewerkt met een orkest van elf muzikanten, red.), maar die bak heeft in elk theater weer een ander formaat. Voor onze eerste man, Kelvin Wiens, is het zaak daar elke keer weer scherp op te zijn en er met al die theaters goed over te communiceren. Op die manier kunnen we elke keer weer iets maken waar we allemaal achter staan. Het zijn namelijk ook geen standaard tribunedelen, over elk hoogteverschil is nagedacht. In het DeLaMar hebben we dat betreft een mooi traject bewandeld met hoofd techniek Melvin Oerlemans. We hebben samen gekeken hoe we het konden doen. Op een manier waarop het niet alleen voor onze productie klopt, maar waarop zij er als theater ook achter kunnen staan. Aan de hand daarvan zijn in overleg ook aanpassingen gedaan en is uiteindelijk de technische lijst opgesteld die deels ook ter briefing naar de andere theaters gaat.” Bloed De voorstelling staat uiteindelijk steeds een dag of zes in elke stad. Als op woensdag de eerste voorstelling is, dan begint de bouw doorgaans op maandag, aangezien er per theater nogal wat custom aanpassingen aan de set nodig zijn. Na afloop van de laatste voorstelling is het meteen breken geblazen. “Nou ja, meteen….”, reageert Frijters. “Na elke voorstelling moeten we eerst een uur schoonmaken met zijn allen. We eindigen de voorstelling namelijk met een bloederige scène, waardoor onze geluidsmensen uiteindelijk met een berg microfoons zitten die besmeurd zijn met bloed. Ook de toneelvloer moet schoongemaakt worden.” Om de kleding schoon te krijgen worden ook op die afdeling overuren gedraaid, geeft Frijters verder aan: “Als we op zaterdag twee shows hebben, dan werken we ook met twee sets kleding en twee sets microfoons, anders is het niet te doen.”
Geluid Wat het geluid betreft waren er ook de nodige uitdagingen. Want als een deel van het publiek op het podium zit, hoe zorg je dan dat ook die mensen van goed geluid kunnen genieten? “De Front of House is in de zaal en mixt normaal gesproken met de zaal als uitgangspunt, maar nu moet ook met de mensen op het podium rekening gehouden worden”, vertelt Frijters. “Op veel plekken gebruiken we de PA van het huis met een aanvulling, want het is en blijft een rockmusical. Maar we hebben een eigen PA bij ons voor de mensen op het toneel. In het begin zijn de geluidsmensen ook vaak op het podium gaan zitten om te luisteren hoe ze dat het beste konden aanvliegen. Dat is heel anders werken, aangezien de mensen in de Super Seats de acteurs zónder versterking al kunnen horen. Dat is best een zoektocht geweest, maar uiteindelijk hebben de daar de juiste balans in gevonden. Straks zal het op de nieuwe locaties ook weer even zoeken zijn, omdat de situatie overal anders is. Om het geluidsbeeld voor iedereen zo goed mogelijk te krijgen, maken we ook gebruik van uitgebreid surround geluid. In theaters waar dat niet voor handen is, vullen we dat zelf aan.” Goed Goede recensies, heel veel verkochte kaarten, extra voorstellingen…De mensen achter Jesus Christ Superstar kunnen nu al blij zijn met de productie. Het loopt fantastisch. Nu al is bijvoorbeeld bekend dat de productie aan het eind van de tour langer zal terugkeren naar DeLaMar dan in eerste instantie al vaststond. “En we zijn DeLaMar nog niet eens uit, maar in de rest van het land zijn stiekem al heel wat voorstellingen uitverkocht”, vertelt Frijters. “Het is ook echt een mooie voorstelling, die compleet anders is dan wat er al was. De liedjes zijn gewoon Engels gebleven en de muziek was al bekend, maar verder is niets hetzelfde. Als je dan ziet wat Ivo en Jan met hun concept gerealiseerd hebben, hoe er gecast is, hoe fantastisch het orkest is en hoe goed bijvoorbeeld ook het licht- en geluidplan technisch gerealiseerd zijn, dan kun je wel zeggen dat er kwalitatief echt een goede voorstelling staat.”
|