show&events Productie

av-entertainment.nl

In meerdere internationale steden wordt het feestseizoen officieel geopend, dat bestond nog niet in Nederland. Daarom vatte de Bijenkorf tien jaar geleden het plan op om als warenhuis het begin van het feestseizoen te claimen. Het aanzetten van de enorme hoeveelheid feestverlichting op het pand (zo'n 300.000 duurzame LED-lampjes) moest voortaan gepaard gaan met een bijzonder moment, waarbij ook voor het publiek wat te genieten viel. De eerste paar jaar organiseerden ze het evenement zelf. Voor de Bijenkorf werd op de Dam een podium gebouwd waar een band op werd geprogrammeerd. Er werd warme chocomel en wat lekkers uitgedeeld om het winkelend publiek te binden: 'blijf even staan, want er komt zo een moment waarop verlichting aangaat'. Uiteindelijk bleven dan 1.000 à 1.500 mensen plakken om het mee te maken.

Na twee edities, toen ook duidelijk was dat er meer uit dit lichtmoment te halen viel, werd concept- en productiebureau Xsaga in de arm genomen om de productie te gaan verzorgen. Eerste stap: er nog wat meer 'eigens' van maken, het moest bijzonderder worden, vertelt Olivier Monod de Froideville (Livetime Productions): "Wij zijn toen benaderd en hebben een podiumpje ontwikkeld in de zeshoekvorm van de Bijenkorf. Op het podium werd een singer-songwriter geprogrammeerd en daaromheen werd een verhaal uitgebeeld met grote theatrale lichtpoppen van een Frans theatergezelschap. Uiteindelijk kwam dan het moment waar naar toegewerkt werd: het aanzetten van de verlichting. Ook de zeven jaar daarna bleef dit in grote lijnen het concept, waarbij het wel elk jaar weer groter werd."

Afgelopen jaar schakelde de Bijenkorf IDTV in voor concept en productie van Turn on the Lights. Zij zitten in Amsterdam, zijn creatief en goed in dergelijke publieksevenementen en kennen de Dam op hun duimpje. De Bijenkorf zag graag dat ook zij met Livetime werkten, vanwege de kennis en goede ervaring van de vorige jaren. IDTV kreeg de opdracht om voor de tiende keer iets nieuws neer te zetten en het grote publiek weer echt te verrassen. Een concept waar ze ook in de komende jaren weer mee verder konden. In de jaren hiervoor speelde straattheater de hoofdrol. Met grote poppen, abstracte verhaallijnen?.het was meer een spektakel dan een podiumgebeuren. Het was een opeenstapeling van elementen, die toewerkten naar het doel: het aanzetten van de verlichting en het vuurwerk, waarmee iedere editie een groots fotomoment gerealiseerd werd, uiteraard met de Bijenkorf als stralend middelpunt. "Het was altijd een spektakel en daarom heeft Turn on the Lights meerdere internationale prijzen gewonnen en de jaarlijkse persfoto prijkte in internationale kranten", legt Monod de Froideville uit.

Het evenement was door de jaren heen ook uitgegroeid tot een happening van formaat, met 20.000 man publiek op de Dam en nog vele duizenden die meekijken via de livestream. "De eerste keer dat het zo druk was kwam vrij onverwacht, waardoor bijvoorbeeld ook het tramverkeer op de Dam op een gegeven moment vastliep," herinnert Monod de Froideville zich. "Daarvoor deden we het echt als een 'one-off': 's ochtends erin, 's avonds show en in de nacht eruit. Op een gegeven moment werden de gezelschappen groter, moest er gerepeteerd worden, kwam er een bouwdag bij en kwam er veel meer site-productie bij kijken. Toen moesten we bij de gemeente logischerwijs ook naar een grotere vergunning gaan. Het hele Damterrein gaat nu in de hekken en verandert dan in een bouwterrein. Die verandering is een jaar of vijf geleden ingezet."

Dit jaar werd de invulling heel anders, waarbij IDTV verantwoordelijk was voor het hele concept en de inhoud van deze editie. Waar voorheen door één gezelschap een act van twintig minuten werd opgevoerd, een slotlied werd toegevoegd en dan de lichten aangingen, werd nu één overkoepelend verhaal verteld. Er werd een 21 minuten durend muzikaal sprookje geschreven, aan elkaar gepraat door verteller Ernst Daniël Smid en visueel ondersteund door acteurs en karakters van verschillende gezelschappen die allemaal onderdeel waren van dat ene verhaal. "Het was ook voor het eerst dat het allemaal op tijdcode gebeurde, dus er was ook voortdurend contact met Ernst Daniël Smid over wanneer hij weer moest gaan vertellen", legt Olivier Monod de Froideville uit. "Het was echt volledig gescript. Een volkomen nieuwe show, speciaal geschreven voor deze avond. Dat was het onderscheidende." Uiteindelijk moesten in het verhaal twee geliefden (waarvan er eentje hoog boven de ander hing) bij elkaar zien te komen om met een kus de vloek van de sneeuwheks te verbreken. Het publiek bracht ze bij elkaar door tijdens een groot meezingmoment mee te zingen met het nummer 'Alles is liefde' van BLØF. "Voor de bezoeker is het volgens mij een leuke toevoeging geweest dat je nu echt naar een voorstelling kijkt", geeft Monod de Froideville aan. "Er werd een saamhorigheidsgevoel gecreëerd, waarmee door de herkenbare muziek en de vertelling het uiteindelijk ook een beetje een 'Passion-gehalte' kreeg."

Voor Livetime Productions was er weinig verschil in de manier van werken, vertelt Monod de Froideville: "Ook omdat er van ons uit heel veel ervaring op dit evenement zit en we met beide producenten zeer veel hebben samengewerkt. De indeling van de Dam is ook niet gewijzigd, daar zijn we in al die jaren naartoe gegroeid. Je weet wat de ideale plekken zijn voor tribunes en podium, dus waarom zou je dat wijzigen? Het verschil zat 'm vooral in het inhoudelijke programma en in het ontwerp van de constructies. Waar hang je het licht bijvoorbeeld allemaal in?" Wel was er dit jaar extra aandacht voor de audioproductie en communicatie. "In het begin ging het alleen om een verteller en een zangeres, maar gaandeweg kwam er steeds meer bij. Gospelkoor, drummer, gitarist?.uiteindelijk zijn we van 6 kanalen gegroeid naar 36 kanalen draadloze microfonie en in-ear. Omdat het showinhoudelijk ook een stuk complexer werd hebben we Riedel er bijgehaald voor de intercom."

Ook op het gebied van audio was het dit jaar anders. "Normaal had je achtergrondmuziek van de internationale gezelschappen, die ook daadwerkelijk vanaf het Paleis op de Dam over de rug van het publiek kwam. Dit jaar heeft de verteller een duidelijke plek gekregen en daarmee hebben we de richting van het geluidsontwerp veranderd, maar ook de dekking en de impact ervan verdubbeld, omdat het ineens ging om spraakverstaanbaarheid." Het geluidsplan werd door Livetime Productions gemaakt in de persoon van Jan Valentijn, een freelancer die dat inmiddels ook al acht edities doet. "Dit jaar hebben we het licht voor het eerst met Phlippo samen gedaan, hiervoor hebben we altijd op dry hire-basis gewerkt. We merkten echter dat het nog wel eens extra kosten opleverde, omdat je in november natuurlijk kans hebt dat het regent tijdens de afbouw. Spullen worden dan nat als ze terug de kist in moeten en komen zo ook aan bij de leverancier. Die gaat de boel dan uit elkaar halen om te zien of er niets beschadigd is en dat kost uiteraard geld. Daarom hebben we dat dit jaar anders gedaan, in dit geval met Phlippo. Audio hebben we nog wel dry hire gedaan, met onze eigen crew en één mannetje van Phlippo erbij. Ook op het gebied van rigging was het een combinatie van onze crew met die van hen. Op het gebied van licht hebben zij zoals gezegd wel de hele productie gedaan en dat is ons erg goed bevallen."

Voor Turn on the Lights staan tegenwoordig drie dagen gepland. Op dinsdag is er een dag voor de site-productie, waarop het bijvoorbeeld de beurt is aan de hekken, constructies, tenten, stroom, portacabins en tribunes. De woensdag is een volledige techniekdag, op donderdag vinden overdag de repetities plaats, is het 's avonds showtime en gaat de boel er

's nachts weer uit. "Aangezien het midden in Amsterdam plaatsvindt is het logistiek wel een uitdaging, maar het is echt heel gesmeerd gelopen", vertelt Monod de Froideville. "Er was ook niet echt een zwaartepunt in de productie en het scheelt natuurlijk ook wel dat we hem al zeven keer eerder gebouwd hadden. Ook veel van de leveranciers zijn er langer bij betrokken en dan merk je wel dat je goed op elkaar ingespeeld bent, waardoor je een relatief rustige opbouw hebt." De meeste druk lag nog wel bij de technische doorloop en repetities. "Simpelweg omdat je inhoudelijk een veel complexere productie had dan in de voorgaande jaren. Het was wel een voordeel dat we dit jaar voor het eerst op tijdcode gingen. Daardoor kon lichtontwerper Henk Jan van Beek (Light-H-Art) het licht in zijn studio al helemaal voorprogrammeren. Bij alle nummers had hij al gemaakt wat hij wilde maken, dus op locatie was het alleen nog een kwestie van posities stellen en kleine aanpassingen."

Het was uiteindelijk weer een drukke editie van Turn on the Lights. "Qua publiek weet je vooraf nooit wat er op afkomt, maar we weten natuurlijk wel wat er past op de Dam", vertelt Monod de Froideville. "Er kunnen zo'n 20.000 bezoekers op het plein, daarna krijg je overloop in de omringende straten. Het doel van de Bijenkorf is niet meer om de Dam vol te krijgen, want dat gebeurt wel, zelfs met slecht weer. Zo populair is het inmiddels. Nu gaat het om landelijk zoveel mogelijk mensen te laten meegenieten via de livestream. Het is ook wel echt een feel good moment voor mensen. Dit jaar is daar een mooie stap in gezet door de Bijenkorf, wat de tiende editie ook daadwerkelijk bijzonder maakte. Het was voor het publiek in zijn geheel een begrijpelijker verhaal door het sprookje en wat minder focus op de slotfoto of het compilatie filmpje dat altijd gemaakt wordt." Dat filmpje wordt overigens nog wel degelijk gemaakt. Nu is er echter een livestream die via de Bijenkorf Facebook-pagina te volgen is, maar ook via andere websites zoals van het AD of Lindanieuws. Dit jaar was het Facility House dat de registratie verzorgde.

Terugkijkend op deze bijzondere editie van Turn on the Lights kan Monod de Froideville niet anders dan trots zijn: "Het is een beetje een doorsnee woord, maar het komt er wel op neer. We hebben recent ook een bedrijfsfilmpje laten maken omdat we ook internationaal steeds meer bezig zijn. Elke keer als we iemand dat filmpje laten zien, krijgen we juist bij de beelden van Turn on the Lights steevast enthousiaste reacties. Het heeft ook een groot 'opening van de Olympische Spelen-gehalte', niet in de laatste plaats omdat veel van de gezelschappen die er de afgelopen jaren bij zijn geweest ook bij dat soort dingen betrokken zijn geweest. Trots is dus wel het juiste woord, ja. Het is gewoon al jaren echt een bijzonder iets?."

show&events Interview

CUE Sale, tot voor kort opererend onder de naam SLV Sale, is gespecialiseerd in de verkoop van gebruikte licht-, geluid- en videoapparatuur. Met een nieuwe naam, een nieuw pand én volop nieuwe plannen, is er de laatste tijd nogal wat gebeurd in het Zuid-Limburgse Eijsden, waar CUE Sale gevestigd is. Tijd voor een gesprek met eigenaars Harold Pols en Hugo van Dijk.

Het was even schrikken toen afgelopen jaar een brief op de mat viel bij SLV Sale. Hij kwam van het Duitse bedrijf SLV GmbH, dat de heren van SLV Sale in duidelijke taal bijbracht dat de naam SLV Sale niet door hen gebruikt mocht worden. Het zou volgens de Duitsers verwarring scheppen en daarom moesten de Nederlanders hun naam veranderen en liefst ook nog hun logo, huisstijl en zo'n beetje alles wat daar nog meer kwam kijken. "Het was voor ons gewoon een afkorting voor 'sound, light en video', maar voor hen kon het echt niet", geeft Harold Pols aan. "Uiteindelijk ga je dan via advocaten met elkaar in overleg. De uitkomst is dat we onze naam veranderen, maar de rest mag blijven zoals het is. Sinds 1 januari heten we nu dus CUE Sale."

De belettering op het nieuwe pand zat er nog niet zo gek lang op, maar is inmiddels dus vervangen door de letters van de nieuwe bedrijfsnaam. Heel ver is het bedrijf overigens niet verhuisd, aangezien de oude locatie exact één straat verderop te vinden is. "Daar waren we behoorlijk uit ons jasje gegroeid", legt Harold uit. "Ik had eerst een verhuurbedrijfje, maar begon steeds vaker dingen te verkopen. Toen dat steeds meer begon te groeien, moesten we er andere panden bij gaan huren en zijn we uiteindelijk gaan rondkijken naar een betere plek. Die hebben we hier gevonden. We hebben hier twee verdiepingen voor opslag en magazijn, genoeg kantoorruimte en een showroom. Bovendien hebben we hier de mogelijkheid om nog zo'n 500m2 aan te bouwen."

Harold Pols en Hugo van Dijk zitten allebei al lang in 'het wereldje'. Hugo als freelance lichttechnicus ? hij is nu dan ook degene met de technische kennis ? en Harold als verhuurder/verkoper met een sterke handelsgeest. "Hugo heeft als freelance lichttechnicus veel grote en kleine producties gedaan, maar toen hij zijn studie Bouwkunde afrondde, heb ik hem gevraagd of hij met mij licht en geluid wilde gaan verkopen. Dat begon namelijk serieuze vormen aan te nemen en ik had al eerder gemerkt dat wij elkaar goed aanvullen." Hugo kan het alleen maar beamen: "Harold is administratief bijvoorbeeld sterk en ik ben technisch onderlegd. Ik wil altijd weten hoe iets werkt en als bedrijven op een beurs iets nieuws tonen, dan zoek ik uit of die spullen wel doen wat ze beloven. Het is echt mijn passie om zulke dingen met elkaar te vergelijken en uit te vinden wat het allemaal écht doet."

De hoofdmoot in het aanbod van CUE Sale bestaat uit gebruikte lichtapparatuur. Het bedrijf heeft vooral veel spullen van Martin Professional en Vari-Lite voor handen. "We doen inderdaad vooral licht, ook omdat hier dertig kilometer verderop het bedrijf Soundsale zit, dat zich bezighoudt met de handel in gebruikte geluidsapparatuur. Met hen hebben we een soort 'gentlemen's agreement'. Wij het licht, zij het geluid. Het heeft geen zin om op dertig kilometer afstand hetzelfde te gaan doen. Je moet ieder je eigen markt hebben, anders heeft het geen zin en heb je alleen maar last van elkaar. Als mensen bij ons komen met vragen om geluidsapparatuur, dan verwijzen wij ze graag door naar hen. Met licht doen zij dat omgekeerd ook. Dat werkt prima zo."

De meeste handel bij CUE Sale gaat via internet. "Het is echt een nichemarkt waarin we ons bevinden. Mensen zoeken naar een bepaald product, omdat het nieuw te duur is bijvoorbeeld, of omdat het al een wat ouder product is. Als ze op internet gaan zoeken, dan komen ze al vrij snel bij ons uit. Als ze dan onze website zien, heb je twee soorten mensen: óf ze doen meteen een kleine bestelling, óf ze komen langs om te zien wie er achter de site zitten en of we überhaupt bestaan. Die mensen kopen in eerste instantie niets, maar bestellen dan een week later ineens tien pallets." Volgens Harold is dat ook meteen de reden waarom ze een showroom hebben ingericht in het nieuwe pand: "Soms heb je namelijk mensen die vanuit Polen of Spanje zijn komen rijden omdat ze hun spullen snel nodig hebben en transport te duur is. Die mensen wil je iets kunnen laten zien en wil je niet afschepen met een kopje koffie. Dat is ook het verschil met de vele brokers die in onze markt actief zijn. Die kunnen niks uit voorraad leveren, maar moeten het nog gaan zoeken als ze ergens een klant voor hebben gevonden. Wij hebben alles wat we via de website verkopen hier op voorraad staan."

"Alle spullen die hier binnenkomen worden ook eerst door ons getest", legt Hugo uit. "Als ergens kleine foutjes in zitten, worden die meteen gerepareerd. Als er meer aan de hand is, worden ze bij de 'defecten' geplaatst. Dat zijn spullen die niet meteen gerepareerd worden, maar bijvoorbeeld pas als er vraag naar is of als een product op de website bijna uitverkocht is." Het is dus niet zo dat alle spullen helemaal uit elkaar worden gehaald, geeft hij verder aan: "Nee, anders kunnen we de prijzen ook niet zo laag houden. Maar alles wat hier de deur uitgaat is getest en werkt dus ook naar behoren."

Spullen die niet meer gerepareerd worden, kunnen overigens nog altijd nuttig zijn. Bijvoorbeeld voor onderdelen. "Dat is ook iets waar we ons vanaf dit jaar nadrukkelijk op gaan storten", geeft Hugo aan. "We willen gebruikte spare parts gaan aanbieden. Die worden uit een defect apparaat gehaald en worden getest in een werkend toestel. Als ze goed zijn, worden ze schoongemaakt, netjes verpakt en te koop aangeboden. Dat gaat voor veel mensen heel interessant worden." In januari moet al een stukje spare parts-voorraad op de website staan, maar voor Prolight + Sound moet die nieuwe tak van CUE Sale volop draaien, geeft Harold aan: "We hebben ook een nieuwe kracht aangenomen om dat goed op te gaan pakken. Kijk, als je hier een lamp koopt voor 500 euro en op een gegeven moment gaat het mainboard kapot, dan kan het zomaar 1100 euro kosten om die nieuw aan te schaffen. Dan is het natuurlijk leuk als je hier voor 199 een gebruikt exemplaar kan kopen dat nog gewoon werkt en bijvoorbeeld uit een machine komt waarvan de lampmodule kapot is. Op die manier kunnen we heel veel mensen gaan helpen."

De markt is voor CUE Sale op het moment goed. "Eigenlijk kun je het simpel verwoorden", geeft Harold aan. "De crisis is ten einde, mensen krijgen dus weer geld om wat te investeren, maar ze moeten ook allemaal hun oude spullen kwijt. Dat is wat er nu gaande is. Waar je eerst met grote verschillen de goedkoopste was, of de enige met een bepaald aanbod, zie je nu dat meerdere partijen het aanbieden en soms ook met de prijs gaan stunten. Dat stunten proberen wij altijd te voorkomen, omdat je anders de markt gaat verzieken. Niet alleen voor je zelf, maar ook voor je collega-bedrijven." Dat laatste is een opvatting die past bij de mentaliteit die heerst bij CUE Sale. "Het is zeker niet overal zo, maar wij hebben geen afgunst naar andere partijen toe", geeft Harold aan. "Als iemand 24 lampen nodig heeft en wij hebben er maar 12, dan ga ik liever naar een collega-bedrijf om te zeggen: 'laten we het samen aanbieden, dan zijn we het allebei kwijt'. Toch zie je vaak genoeg een andere mentaliteit. Dan zoeken ze liever die twaalf extra lampen in het buitenland erbij omdat ze het een collega in Nederland niet gunnen. Toch jammer."

Het mag de pret overigens zeker niet drukken voor het tweetal, dat ook nog twee techneuten en een magazijnmedewerker in dienst heeft. "We hebben nog volop nieuwe plannen en zijn bijvoorbeeld ook met een nieuwe website bezig. Dat wordt een compleet nieuwe opzet, waarmee we ook weer een stukje voorlopen op de concurrentie." Sowieso zijn de heren elke dag blij met het werk dat ze doen. "Het is namelijk uit hobby ontstaan en eigenlijk is het dat nog steeds", benadrukt Harold. "Veel mensen noemen het een snoepkraam als ze hier binnen komen, zó veel spullen staan hier. Het mooie is dat het voor ons ook nog altijd geldt. Het eerste wat we doen als hier spullen binnen komen is het meteen zelf gaan testen. Zolang we dat plezier hebben in het werk dat we doen en de zaken gaan zoals ze gaan, hoor je ons echt niet klagen."