Nieuw geluidssysteem Stadsgehoorzaal Kampen
AV-Entertainment Nr6 2017
» Netchange: De fun in het vinden van de juiste streaming oplossing
» Southfields centraliseert sportproductie
» Atomos Sumo: Zwitsers zakmes voor videoproducties
» Nieuw geluidssysteem Stadsgehoorzaal Kampen
» VPT-vakmeeting: Waar let je op bij led?
» Riedel en ASL: Beloften waargemaakt
» Alcons Audio: Nederlands wereldmerk
» CUE2018: Startsein voor elk podiumevenement
» Canon van Nederland: Lust voor het oog
» AED Customer Nights
» Tien jaar Turn on the Lights: Voortdurend groeiproces
» CUE Sale: Volop nieuwe plannen
» Nieuwe versie Rentman: 'Huren bij de Buren'
» Nederlanders wereldwijd: "Blij met het Nederland waar we wonen"
Alle edities
Nieuw geluidssysteem Stadsgehoorzaal Kampen
theater&podia Interview av-entertainment.nl Larz Kemper begon elf jaar geleden als hoofd techniek bij de Stadsgehoorzaal Kampen. Eén van de eerste dingen die toen gebeurden was de aanschaf van een nieuw geluidssysteem voor de grote zaal. "Toen ik binnenkwam was het bestek (en dus het ontwerp) al geschreven door een adviesbureau, alleen wel met een andere visie dan ik had. D&B audiotechnik heeft destijds de aanbesteding gewonnen. Wat dat betreft stapte ik dus eigenlijk nét te laat in", lacht hij. Voorliefde
Met diezelfde aanbesteding kwamen in Kampen ook de eerste PS10-luidsprekers van NEXO binnen, een merk waarmee Kemper in aanraking kwam op de Theaterschool in Amsterdam (OTT). "Daar hadden ze van alle merken wat staan, waaronder de PS8-versterker van NEXO, met twee PS8-jes", vertelt hij. "Ik was meteen onder de indruk. Wat een energie kwam er uit zo'n klein kastje! Daar is de voorliefde dus al begonnen." Vier jaar later, toen de kleine zaal aan de beurt was, werd de algemene monitorset (die in alle ruimtes neergezet kan worden) vervangen. Daarvoor werden toen ook PS10-en aangeschaft. "Dat was toen serie 2. De serie 1 PS10-en die we al hadden zijn toen naar de kleine zaal gegaan als main PA. Daar hebben we toen ook twee LS600 subs bij gekocht", legt Kemper uit. "Door de jaren heen is het NEXO-aandeel zo geleidelijk steeds verder gegroeid." Kroonluchter
Afgelopen jaar is dat aandeel nog een stuk groter geworden. Twee jaar geleden begonnen Kemper en zijn technische team zich al te oriënteren op de markt. Uiteindelijk werd verschillende merken gevraagd om met een ontwerp te komen voor een nieuwe geluidsset voor de grote zaal. Kemper: "Wat ik merkte is dat er veel gedacht werd vanuit het systeem dat er hing. Spullen die er hingen werden dan gewoon vervangen door spullen van hen. Bij Iemke Roos was dat anders. Bert was de enige die begon over de enorme kroonluchter die in de zaal hangt en die invloed heeft op het geluid. Hij dacht na over een oplossing voor beter geluid op de balkons, waarvoor nu twee kleine speakers aan het monumentale plafond zijn gehangen. Gevolg is dat je nu voor het geluid op de balkons niks geks in beeld hebt hangen, behalve voor het center cluster dan, en dat de geluidskwaliteit boven nu veel beter is dan 'ie ooit geweest is." Wachten op M10
"Misschien is mijn geluk wel geweest dat ik goed naar Larz geluisterd heb", lacht Bert Koenders. "Wat wil je? Kijk, het is geen rock 'n roll zaal, dus er hoeft ook geen rock 'n roll systeem in. Het moet muzikaal zijn, verstaanbaar zijn en genoeg SPL kunnen leveren. Van daaruit ben ik gaan nadenken en ik denk dat dit uiteindelijk de doorslag heeft gegeven." Het systeem dat er uiteindelijk gekomen is, is opgebouwd rond de NEXO M10 line array, die vorig jaar werd geïntroduceerd. Dat was echter niet het eerste plan dat gemaakt werd. Koenders: "Nee, het hele plan was eigenlijk in eerste instantie gebaseerd op het NEXO M6-systeem, een heel klein line arraytje. Uiteindelijk werd toch besloten om te wachten op de introductie van de grotere broer daarvan, de M10." Larz Kemper legt uit waarom: "Ik durfde het technisch gezien absoluut aan met de M6, maar wilde uiteindelijk links en rechts toch iets groters hebben hangen. Niet voor mezelf, maar puur omdat je anders elke keer als er een gezelschap op bezoek is de vraag gaat krijgen of 'ie wel toereikend gaat zijn. Die discussie wilde ik voor zijn, dus daarom hebben we ook het gevoel van de gasttechnici meegenomen in de overwegingen. Als die om het hoekje van het toneel kijken en zich dan afvragen wat daar voor een iel systeempje hangt, dan moet je dat gevoel elke keer gaan wegnemen. Dan kun je beter voor een wat grotere kast kiezen, ook als het technisch gezien niet eens zou hoeven." Fijn traject
Eind 2016 werd het beschikbare deel van het nieuwe systeem aangeschaft, maar op de M10 werd dus geduldig gewacht. Die kasten kwamen wel in een, qua programmering, drukke periode waarin niet omgebouwd kon worden. Toch werd ook die tijd nuttig besteed, geeft Kemper aan: "We wilden namelijk dat de kasten de karakteristieke kleur zouden krijgen die past bij de grote zaal. In de periode van februari tot mei hebben we op vrije momenten al die kasten volledig uit elkaar gehaald en ze zelf geschilderd in de gewenste kleur. In een zaal als de onze moet je geen zwarte of witte kasten hangen, dat past niet in het beeld. Uiteindelijk is het een leuk traject geweest, omdat je de speakers zo ook nog eens van binnen leert kennen." Sowieso is het een fijn traject geweest. Kemper: "Dat gaat van de directie die zijn handtekening onder de plannen zet tot een bedrijf als Iemke Roos dat heerlijk meewerkt en van een trots technisch team tot blije bezoekende gezelschappen. Zo heb je het graag. Ik blijf het ook mooi vinden dat ons team het zo leuk vindt om zo'n systeem zelf helemaal op te bouwen, want dat is wat we gedaan hebben. We hebben het oude eruit gehaald, nieuwe kabels getrokken en alles zelf geïnstalleerd. Een mooi proces om met die jongens te doen en je leert er ook nog eens een hoop van." Bert Koenders kan het alleen maar beamen: "Het is mooi om te zien dat ze hier zo graag willen. Je hebt in Kampen niet te maken met een stoffige theaterclub, maar met een enthousiast team dat het werk leuk vindt. Ook voor ons is dat prettig werken." Gewoon gaan
Volgens Larz Kemper maken de nieuwe kasten het leven van een geluidstechnicus ook een stuk makkelijker. Zo is EQ-en ook niet nodig gebleken, geeft Bert Koenders aan: "We hebben hem aangezet, geluisterd en echt maar één puntje in het center cluster aangepast. Er zit daar een bolling bovenin het plafond van de zaal en dat doet iets met het geluid, maar dat was dan ook het enige. Verder hebben we alles gewoon op tijd gezet en gelevelled. Het was gewoon goed. Ik zette een nummer op en vroeg aan Larz wat 'ie veranderd wilde hebben. Hij zei dat ik het vooral zo moest laten, omdat het er anders alleen maar minder op zou worden. Dat zegt natuurlijk wel wat." Larz Kemper knikt instemmend: "Gasttechnici zeggen bijvoorbeeld vaak: 'zet het systeem maar kaal'. Ja, dat staat 'ie dus al. Dan kijken ze raar op. Je hoeft geen gekke dingen te doen in het systeem om het goed te krijgen. Niks doen en gewoon gaan, in het begin is dat wel een gekke ervaring hoor." Direct geluid
Na de zomer begon de Stadsgehoorzaal te draaien op het nieuwe systeem. Kemper: "Ik had geluk dat er voor het theaterseizoen begon nog een bandje kwam spelen, daarbij kun je wat meer uitproberen. Wat meteen opviel is dat ik veel meer headroom had. Ik kon gas geven waar dat normaal niet kon. Ik zat op 93dB waar ik het vermoeden had dat ik al lang over de 100 heen ging. De impact die het systeem heeft is echt lekker. Er is een heel direct geluid en het is ook meteen hoorbaar als je er iets mee doet. We zijn dus echt met een gerust gevoel het theaterseizoen ingegaan en tot nu toe is dat volkomen terecht gebleken. We zijn hier écht heel blij mee." Het systeem in een notendop
? FOH LR : NEXO GEO M10 (gevlogen) met LS18 sub (ground)
? Center FOH : cluster GEO M6 boven de lijst. ID24 bovenaan de lijst, omlaag gericht voor de eerste twee rijen.
? Achterbalkon : L-R cluster GEO M6 van 2 stuks.
? Zijbalkons : ID24 met IDS 110 sub
? Frontfills : ID24
? Stage fills : ID24 - IDS110
Het geheel wordt aangestuurd met 4x NXamp 4x1 en 2 x NXamp 4x4 met Dante inputs Digital and analoge matrix met Symetrix Prism 0x0 met sattelite inputboxes.
Het geheel is via netwerk gekoppeld met de foyer en in de nabije toekomst zullen alle ruimten van de Stadsgehoorzaal zo gekoppeld worden.
<
theater&podia Actueel VPT-vakmeeting licht:Op uitnodiging van de Vereniging voor Podiumtechnologie (VPT) waren we onlangs te gast bij hun VPT-vakmeeting in het Singer Theater in Laren. De overkoepelende vraag van de dag was: 'Waar let je op bij led?'. Het maakte het nieuwe Singer Theater een logische locatie. Het theater en museum zijn namelijk vernieuwd en verbouwd en in beide locaties is led in het kader van duurzaamheid in ruime mate toegepast. Tekst Henk Hendrikx - Foto's Henk de Haas en Henrica van den Berg De belangstelling voor de VPT-vakmeeting was groot. Zo'n 145 deelnemers ? voornamelijk theatertechnici en ontwerpers ? namen de moeite naar Laren te komen. Begrijpelijk, aangezien het vraagstuk van het wel of niet implementeren van led zeer actueel is.
Zielloos licht
Lichtontwerper Kees van de Lagemaat wierp in ieder geval al kolen op het vuur bij de opening. Als dagvoorzitter stelde hij zichzelf voor door een korte weergave van 37 jaar in het vak. Hij schetste zijn kennismaking met led als een ervaring met zielloos licht. Inmiddels is dat enigszins achterhaald door de snelle ontwikkelingen ervan, maar hij laat duidelijk doorschemeren dat we er in zijn ogen nog niet zijn als het gaat om sfeervolle kleurtemperatuur. Zijn opening is een duidelijke weergave van de onderlinge verschillen in het vakgebied als het gaat over het gebruik van led. Gastheer Evert van Os vertelde in zijn welkomstwoord vervolgens trots over de Nieuwe Singer in Laren, waarbij hij ook inging op de grote rol die De Singer gespeeld heeft bij de opkomst van (live) televisie in Nederland. Ook uniek is dat de nieuwbouw en verbouwing bijna volledig zijn bekostigd vanuit particuliere giften. Gloeilamp in New York
De inleiding van het programma was voor Gertjan Houben. De lichtontwerper woont en werkt in de USA, maar is even terug in Nederland als associate lichtontwerper van 'On your feet'. Bij aanvang van zijn inleiding onderzocht hij kort het private ledgebruik van de aanwezigen. Iedereen heeft ledverlichting in huis, maar niet met kleur. Hij haalde aan dat hij met zijn telefoon vanuit Nederland zijn licht kan aanzetten in de USA. Leuk natuurlijk, maar hebben we dat nodig? Houben ziet led als een fantastische tool, die wat betreft kleur nog net niet natuurlijk aanvoelt. Dit ondanks de ontwikkeling en groei in de laatste jaren. De toekomstige werkelijkheid is dat we niet meer zonder kunnen. In een ontwerp van een kleine voorstelling had Houben een bureaulamp opgenomen. De gloeilamp hiervan was stuk, ter vervanging heeft hij na een zoektocht door New York bij een kleine speciaalzaak er eentje kunnen vinden. "In de toekomst zijn we aangewezen op led, of we nu willen of niet", aldus Houben. Ledtechnologie
Patrick van der Meulen (Xicato) nam ons mee in de ontwikkeling van lichtbronnen en bewandelde daarbij de tijdlijn van gloeilamp tot en met led. De huidige verandering waar we mee te maken hebben is geen nieuw fenomeen, zo gaf hij aan. Van der Meulen specificeerde iedere lichtbron ten aanzien van de continuïteit van het spectrum, de levensduur en de lichtopbrengst vanaf de gloeilamp, via halogeenlicht, tl-licht en gasontladingslampen tot het ledlicht van nu. Iedere lichtbron had in zijn toepassing een specifieke functie. De gasontladingslampen kennen we vooral staande langs de snelweg, met een oranje uitstraling. Niet mooi, maar dat is niet belangrijk als je er met 120 kilometer per uur langs rijdt. Het grootste verschil bij led is dat het werkt vanuit een ander principe dan de lichtbronnen die genoemd zijn. Duidelijk is dat kiezen voor led logisch is op basis van rendement en levensduur. Anders is dat als het gaat over de spectrale verdeling van het licht, wat betreft kleurverschijning en kleurweergave. Het is gebaseerd op twee technologieën wat betreft kleur, namelijk het mengen van rood en amber en het mengen van blauw en groen. Van der Meulen demonstreerde de resultaten van de kleurmenging en de stabiliteit van de kleuren. Voor het theater is met name de stabiliteit van de kleuren een belangrijk gegeven, evenals de mate waarin het licht dimbaar is. Toekomst
Van der Meulen sloot af met een korte blik op de toekomst. Meer en meer zal elektronica toegevoegd gaan worden ter verbetering van de besturing van led. Ook de draadloze mogelijkheden zullen verder toenemen. Vanuit de zaal kwamen twee vragen. De eerste vraag ging over de levensduur van de elektronica ten opzichte van de levensduur van de led. Van der Meulen gaf aan dat op dit moment de levensduur van de elektronica wordt geschat op 3000 uur. Dit is minder dan de 5000 uur van de led. Daarom wordt er overgeschakeld naar de elektronica die momenteel wordt toegepast in de automotive, waar ze een garantie afgeven op basis van een levensduur van 5000 uur. Daarnaast kwam de vraag of we nog kunnen spreken over 'groen' als we kijken naar de mate waarin de elektronica wordt toegepast. Van der Meulen stelde de wedervraag 'hoe groen is groen', maar gaf aan dat het verschil in levensduur, 1000 uur voor de gloeilamp en 1500 uur voor halogeen, groot is. Ervaringen
Na de inkijk in de technologie ging het over de toepassing in het theater. Als het gaat over nieuwe theaters die gebouwd worden, is het geen vraag of je wel of niet met led gaat werken. Opdrachtgevers eisen in het kader van doelen t.a.v. duurzaamheid dat je de inrichting doet met led. Thomas Collignon, werkzaam als technicus bij podium de Hoge Woerd, was uitgenodigd om te vertellen over twee jaar ervaring in een met led ingericht theater. Podium de Hoge Woerd is een theater met een vlakke vloer (16 bij 10), dat plaats biedt aan 260 bezoekers. Collignon werkt er sinds 2015 en bij zijn sollicitatie werd hem gevraagd naar zijn mening over led. Zijn antwoord was destijds; "Led zal nooit hetzelfde zijn als conventioneel licht, het is anders." Waarschijnlijk het goede antwoord, hij werd immers aangenomen. Het theater is een onderdeel van het Castellum, een CO2 neutraal gebouw, waardoor de keuze voor led logisch is. Ondanks dit uitgangspunt werd het besluit tot aanschaf last minute genomen, waardoor er t.a.v. de inrichting weinig tijd was om alles optimaal te testen. Ondanks de tijdsdruk is vooraf een wensen en eisenpakket geformuleerd voor de inrichting. Zo mochten de gasttechnici geen last hebben van de keuze voor led. Ook moest gewerkt worden met een logische, opeenvolgende nummering van de lampen en moesten storingen door patchfouten van het gezelschap voorkomen worden. Extra DMX-apparatuur moest aangesloten kunnen worden en worden aangestuurd via dezelfde enkele DMX-lijn als het huislicht. In de horizon moesten verschillende kleuren komen, die ook gemengd moesten kunnen worden. Bovendien moest het systeem waterdicht en eenvoudig zijn, zodat elke gasttechnicus of ingehuurde kracht mee uit de voeten kan. De start
Het was een valse start omdat de aannemer failliet ging. Daardoor was er sprake van een grote vertraging en was er achteraf te weinig tijd om te testen. Begonnen werd met 20 x fresnel, 18x 25-50 zoomlens, 9 x horizon en 24 x Sixpar200. Vervolgens kwam men nogal wat problemen tegen. Het aansluiten was een drama, de nummering super onhandig en er waren veel storingen door patchfouten en verkeerde aansluiting. De Sixpar200 als vervanger voor de PAR64 was geen juiste keuze, de kleuren en de bundel waren totaal anders, dus werden de conventionele PAR64's weer in gebruik genomen. Hierdoor kon niet meer gesteld worden dat er alleen met led werd gewerkt. Ook bleek dat de horizon niet werd aangestuurd, kleurenmenging ging niet. Terugkijkend op de wensenlijst moesten ze erkennen dat geen van de wensen was uitgekomen. Aanpassingen
Gelukkig was er nog voldoende tijd om aanpassingen te doen. Zo werd een extra lijn aan de DMX-infrastructuur toegevoegd en werd een gateway in gebruik genomen. Ook werd een ARTSSC-controller aangeschaft ten behoeve van de horizon, waardoor via de dimmer vijf kleuren kunnen worden aangestuurd. Dat ziet er goed uit, maar is nog niet de kleur die je hebt met conventioneel gefilterd licht. Ook werden 58 nieuwe lampen aangeschaft, omdat men niet uitkwam met het originele aantal lampen. Met deze aanpassingen zijn ze op het niveau gekomen dat de vooraf gestelde wensen en eisen zijn behaald. Wat ze nog wel tegenkomen is dat dim curves anders zijn en daardoor standen soms moeten worden aangepast. Er is nog discussie over kleurbehoud tijdens het dimmen en of de kleuren kloppen. Verder zijn er veel vragen van gasttechnici die soms bijvoorbeeld twee uur eerder willen beginnen omdat ze weinig ervaring hebben met led. Ondanks de vragen vooraf is men enthousiast en tevreden. Het valt mee! Forumdiscussie
De vaststelling dat er behoefte is aan uitwisseling van kennis en ervaring vormde een mooie opstap naar de forumdiscussie die gevoerd werd tijdens deze vakmeeting. De discussie werd geleid door Richard ten Hof (Nationale Opera & Ballet). Het forumpanel bestond uit Andi Krijgsman en Axel Dikkers (Theater Rotterdam), Alex van Doesberg (Zuiderstrandtheater), Martijn Smolders (Toneelgroep Amsterdam), Pieter de Jonge (Podium Hoge Woerd), Tjanne van de Velden (Tivoli Vredenburg) en de lichtontwerpers Gertjan Houben en Bastiaan Schoof. Verplichte vervanging of innovatie?
Het forum bestond uit een jonge vertegenwoordiging ten opzichte van het publiek in de zaal. Is led dan vooral iets is van de jongere generatie, omdat zij vanuit hun opleiding al standaard werken met led? Bij de vraag of we bij led spreken over vervanging of innovatie, verschilden de meningen nogal. Enerzijds bestaat de mening dat led een vernieuwing is en nieuwe kansen biedt en anderzijds vindt men dat door de doelen van duurzaamheid en het niet produceren van gloei- en halogeenlampen, men verplicht wordt te werken met led. Uiteindelijke conclusie is dat de werkelijkheid is dat led de nieuwe standaard wordt en dat dit proces onomkeerbaar is. Terwijl er anderzijds wordt gesteld dat het naast elkaar moet blijven bestaan. In de bestaande theaters wordt uitgegaan van led als basisverlichting en conventioneel licht voor de effecten. Interessante opmerking was dat we bij led niet meer uit moeten gaan van nummering van de kleur, maar dat we dit moeten koppelen aan sferen die we willen creëren. Hierdoor verdwijnt de discussie over het gegeven dat led niet voldoet aan de kleuren via de filters in de conventionele behuizing. Ook werd uitgebreid gesproken over de invloed van de lichtontwerpers wat betreft de keuze voor led. Nederland is een uniek land waarbij sprake is van veel reizende gezelschappen. De vraag die opkomt is of het lichtontwerp gemaakt wordt op basis van wat er in de theaters beschikbaar is, of dat wordt uitgegaan van wat de ontwerper wenst. De lichtontwerpers geven aan dat zij hun ontwerp willen realiseren in het theater en dat er op dit moment sprake is van een overgangsfase. Zij zijn blij met een theater als de Hoge Woerd omdat dit de mogelijkheid biedt om te experimenteren met led als basis voor het ontwerp. Waardering
Er is waardering voor de investeringen van de producenten in verandering en verbetering en het feit dat deze innovaties een grote bijdrage leveren aan de kwaliteit. De aanwezige producenten in de zaal gaven aan dat zij ook blij waren met deze meeting, omdat het een aanzet is tot uitwisseling van kennis en vaardigheden. Met de informatie kunnen zij doelgerichter aan de slag met veranderingen. Vanuit de VPT werd aangegeven dat meer van dit soort meetings zullen worden georganiseerd in de komende jaren. Daarnaast was er een oproep tot meer (en betere) scholing van operators. Niet alleen binnen de reguliere opleidingen, maar ook als het gaat om het aanbod van bij- en nascholing. Producenten kunnen hierbij een belangrijke rol hebben, met name door het organiseren van presentaties van de toepassingen van led in het theater. Iedereen kon zich verder vinden in de conclusie dat we ons in een overgangsfase bevinden. Groen?
De vraag die specifiek gesteld werd is, hoe 'groen' is led? Duidelijk is dat de besparing niet alleen zit in de led zelf, maar ook in randvoorwaarden, zoals tijdwinst (meer programmeren vooraf, maar minder werk bij opbouw en inregelen), vervoer reizende gezelschappen (minder lampen, dus minder trailers) en lager stroomverbruik waardoor meer speelplekken mogelijk zijn (locatietheater zonder grote generatoren). Gaan we uit van de warmte van de conventionele lichtbronnen, dan zegt dat veel over het verbruik ten opzichte van led. Iemand in de zaal maakte de opmerking dat hij de PAR64, die hij gebruikt als warmtebron in zijn schuur, maar moet gaan vervangen door een normale warmtebron en daarnaast led voor het licht. Als tegenargument kwam de vraag over het verbruik van de ventilatoren en het geluid. Hoewel er sprake is van steeds meer geluidsarme led-armaturen geldt dit nog niet voor lampen met een grote lichtopbrengst (1000 tot 2000 KW). De klok bepaalde het einde van de discussie, die zeer zeker nog niet is beëindigd. We gaan uit van een volgende meeting met voldoende aanknopingspunten om met elkaar in discussie te gaan over led. Nieuwe kansen
Na de forumdiscussie werd verder ingegaan op de betekenis van kleurweergavemetingen op podia. Naast de kennis die wordt gegenereerd hierover, blijkt dat standaarden wat betreft kleur belangrijk zijn en dat dit zichtbaar moet worden gemaakt als het gaat om de specificaties van de kleurindex. Bij de demo van diverse led-armaturen van meerdere leveranciers kwamen vervolgens de aandachtspunten vanuit de forumdiscussie weer aan de orde. Bij een volgende meeting is het wellicht raadzaam om minder diversiteit van specifieke led te laten zien en meer te focussen op de mogelijkheden binnen een concreet lichtontwerp. De VPT kan hoe dan ook terugkijken op een vakmeeting die gezorgd heeft voor nieuwe inzichten op de toekomst, waarin zij een belangrijke rol kunnen spelen. We zijn benieuwd naar de uitgangspunten voor een volgende meeting. Is de vraag beantwoord t.a.v. implementatie van led in de theaters? Wat ons betreft wel, door de vaststelling dat er sprake is van een overgangsfase. Bij nieuwe investeringen zal de investering in conventionele lichtbronnen marginaal zijn, alleen al doordat de bronnen op termijn niet meer beschikbaar zijn én de doelstellingen wat betreft duurzaamheid. In de overgangsfase is het belangrijk om kennis en ervaringen te delen en deze in te zetten bij de verbetering. Led biedt nieuwe kansen, net als de overgang van de gloeilamp naar halogeen ooit deed. |